Iedereen kent de kronen, bruggen en protheses die een tandarts kan plaatsen bij een patiënt in het geval van oneffenheden of defecten aan het gebit. Maar wanneer een tandarts een brug, kroon of inlay plaatst, dan is daar het nodige precisiewerk aan vooraf gegaan. Dat gebeurt door tandtechnici en assistent tandtechnici in een tandtechnisch laboratorium.
Hier worden tandvervangende producten gemaakt in opdracht van de tandarts, zoals volledige gebitsprotheses, partiële protheses, kroon- en brugwerk inclusief porseleintechniek en orthodontische werkstukken. In nauw overleg met de tandarts maakt de tandtechnicus deze tandvervangende producten op maat voor iedereen. In een tandtechnisch laboratorium worden verschillende technieken gebruikt zoals modelleren, slijpen, frezen van porselein, kunststof, gips, hars of metaal. Daarvan maakt men bijvoorbeeld vensterkronen, solitaire kronen, etsbruggen, metaalkeramiek bruggen of implantaten. Andere opdrachtgevers van het tandtechnisch laboratorium zijn kaakchirurgen en orthodontisten.
In overleg met deze specialisten wordt bepaald wat er precies gedaan moet worden. Meestal is de tandtechnicus zelf ook een specialist in één of meer technieken: zo kan hij bijvoorbeeld heel goed kronen maken, stukjes kunststof of goud die bovenop een tand of kies worden gezet om hem te beschermen of te verstevigen. Of hij is gespecialiseerd in het maken van protheses, zoals een kunstgebit of een paar tanden op een plaatje.
De tandarts of kaakchirurg controleert uiteindelijk het werk van het tandtechnisch laboratorium als hij het kunstgebit of de kroon plaatst bij de patiënt. Als het 'kunstwerkje' dan niet past, gaat het retour naar het lab om het bij te werken of opnieuw te maken.